Het eerste dat opvalt aan dit boek is de prachtige kaft. Het boek lijkt daardoor van de buitenkant bijna een graphic novel, maar dat is het niet, het is een young adult roman. Het verhaal begint als kamergenoot Hannah vertrekt van de campus voor de kerstvakantie. Net als alle andere studenten. De enige die overblijft is Marin.
Want zij kan nergens heen. Maar morgen komt Mabel. Marin probeert haar kant van de kamer nog wat aan te kleden, ze wil niet dat Mabel ziet hoe zielig haar leven eigenlijk is. Langzaam komen we erachter dat Marin een tijd geleden heel haar oude leven in de steek gelaten heeft. Ze is in haar eentje naar de universiteit vertrokken en heeft niemand meer gesproken. En dat heeft alles te maken met het overlijden van haar opa, bij wie ze woonde sinds haar moeder toen ze klein was overleed. Iedereen lijkt herinneringen aan haar moeder te hebben en allerlei mensen herkennen haar als “dochter van”, maar zelf heeft ze die herinneringen niet.
Maar waarom heeft ze zo hals over kop alles achter zich gelaten? Wat is er gebeurd toen haar opa overleed? Waarom heeft ze zelfs op Mabels berichtjes niet gereageerd?
Het boek vertelt een verhaal over rouw en geheimen, over de grens tussen excentriek en in de war van verdriet. Over omgaan met het gegeven dat de dingen anders waren dan je dacht, en dan toch weer mensen durven toelaten. De desolate campus in de kerstvakantie, de sneeuw, de subtiele momenten in haar vriendschap met Mabel, het is allemaal heel mooi beschreven. Ik wil niet méér verklappen, maar het is de moeite waard om dit boek te gaan lezen.